Ter overweging….

Ondenkbaar Gij zijt voorbijgegaan,

een voetspoor in de zee.

Gij zijt te ver gegaan,

Gij zijt een mens te veel.

Gij zijt voorgoed,

Gij zijt verborgen in uw God.

Geen stilte spreekt U uit,

ondenkbaar is uw dood.

(Lied 607: 2)

 

 

 

Op de afbeelding hierboven is te zien het torentje van Drienerlo, een kunstwerk dat Wim T. Schippers in 1979 ontwierp voor de Universiteit Twente. Het staat in een vijver op de campus van de universiteit. Meermalen heeft Schippers aangegeven dat hij er geen enkele andere be-doeling mee had dan dat mensen er zelf hun verhaal bij zouden bedenken.

Dat is in deze tijd niet zo moeilijk. Het meest voor de hand liggend is misschien om te denken aan de kerk die het moeilijk heeft. Soms voelt het alsof we kopje onder gaan. We gaan niet jam-meren over de krimp van de kerk, maar dat die ons niet onberoerd laat is een feit. Bij het torentje van Drienerlo kun je echter ook denken aan de wereldpolitiek. Met stijgende verbazing zien wij deze maanden hoe een olifant telkens nieuwe verwoestingen aanricht in de porseleinkast waarop we zo zuinig waren. Het roept bij heel wat mensen angst op. Dreigt er oorlog? Gaan we ten onder? In ieder geval staan er al heel wat noodpakketten in de kelderkast.

Midden in die roerige tijden vieren wij komende zondag Pasen. De weg daar naartoe zullen wij deze week gaan. Wij zullen bidden voor een kerk die krimpt en voor een wereld die onveilig voelt. Wij zullen gedenken de maaltijd op donderdag, het sterven op vrijdag en de stilte van de zaterdag. Dat is de weg die Jezus gaat, als een voetspoor door de zee van het leven.

Maar samen met hem zullen wij komende zondag ook opstaan. Uit onze zorg, uit onze angst. Niet omdat er opeens niets meer is om voor te vrezen, bedreigingen horen bij het leven. Nee, wij staan op de Paasmorgen samen met Jezus op, omdat wij geloven in de kracht van zijn leven. Hij is het leven zelf. Als een toren in de zee. Ondenkbaar is zijn dood.

Bron: PKN, classis Noord Holland,  ds. Peter Verhoeff.

Zondag.

Kort geleden schreef ik in deze column over een zondagmorgen. Hoe ik zo diep kon zinken doet er nu even niet toe, maar ik was op die bewuste ochtend niet zoals gewoonlijk uit preken. Sterker nog: ik was niet eens naar de kerk. In plaats daarvan maakten wij een wandeling en dronken koffie in een bomvol café. In gedachten zag ik mijn vader voor me.

Hij leeft niet meer, maar hij zou zijn wijze hoofd hebben geschud. Wat de zondag betreft was hij onwankelbaar: dan dronken wij geen koffie in een café, gingen niet naar het zwembad en niet uit eten. Op zondag naar een supermarkt gaan was voor hem niet eens denkbaar.

Op geen enkele column kreeg ik zoveel respons als op deze. Ik zou natuurlijk het liefst zeggen dat mijn mailbox uitpuilde en mijn telefoon rood opgloeide, maar dan zou ik de waarheid geweld aandoen. Toch waren er beduidend meer reacties dan anders en waren die ook opvallend eenduidig. Velen herkende het. ‘Ja, zo was het vroeger bij ons ook.’

Iemand vertelde dat ze uit een andere streek in Noord-Holland kwam wonen en er bijna in blééf toen ze hier op zondag zo maar ijs bleken te kopen. Een ander deelde hoe haar vaders auto altijd op zaterdag werd afgetankt. Stel je immers voor dat er op zondag opeens gereden zou moeten worden. Niemand klonk boos. Nee, zo was het toen gewoon. Je wist niet anders.

Het waren veel herinneringen aan een lieve oude tijd. Maar ze deden me wel afvragen: wat vind ik nu eigenlijk van de zondag? Laat ik voorop stellen: ik geloof niet dat Onze Lieve Heer ervan wakker ligt als wij op zondag koffie drinken in een café. Hij heeft wel grotere zorgen.

Bijvoorbeeld hoe die Gazanen ooit al die verwoeste huizen weer moeten opbouwen. Of hoe de Israëlische gijzelaars moeten herstellen van hun trauma’s opgelopen in anderhalf jaar gevangenschap. Hoe die oorlog in Oekraïne ooit kan ophouden. En zo nog wel een paar.

Nee, die zondag is er niet voor God, die is er voor mensen. Zes dagen in de week kun je van alles doen, maar de zevende dag mag je rusten. Dan hóef je even niet, dan valt het stil. Voor deze bezeten tijd zou dat een zegen zijn. Maar wij jagen elkaar in een ijzingwekkend tempo een week lang over de kop. En dan gaan we op zondag ‘shoppen’. Ik koop, dus ik ben.

Eén dag in de week waarop het stilvalt zou goed zijn. Geen terreur dat niets mag, maar een dag dat het even niet hoeft. Vermoedelijk komt dat niet meer terug, zo werkt democratie. Maar democratie verbiedt mij niet een eigen keuze te maken. Vóór rust, voor mijzelf, en voor de ander. In gedachten zie ik nog eens het wijze hoofd van mijn vader. Deze keer knikt hij.

Bron: PKN, classis Noord Holland,  ds. Peter Verhoeff.

 

5 maart 2025: Veertigdagentijd: samen toeleven naar Pasen.

Op 5 maart is het Aswoensdag en begint de Veertigdagentijd, een periode van bezinning en inkeer. We volgen Jezus op zijn weg naar kruis en opstanding en staan stil bij wat werkelijk van waarde is in het leven. Het is mooi om hierin als christenen samen op te trekken.

Veertigdagentijd
De Veertigdagentijd is een tijd van bezinning, van toeleven naar Pasen. Veel lokale gemeenten zien in deze periode een kans om verbinding te leggen met mensen die op zoek zijn, of om iets voor een ander te betekenen.

Aswoensdag: teken van kwetsbaarheid
De Veertigdagentijd begint op 5 maart met Aswoensdag, een dag waarop we letterlijk een teken van vergankelijkheid ontvangen. Wie wil, kan een askruisje laten zetten, gemaakt van de verbrande palmtakken van vorig jaar. Dit ritueel herinnert ons eraan dat wij stof zijn en tot stof zullen wederkeren. Het is een besef dat ons klein maakt, maar niet machteloos. Juist in onze kwetsbaarheid kunnen we de weg van God opnieuw zoeken.

De weg van Jezus
In de Veertigdagentijd lopen we mee met Jezus die zichzelf gaf uit liefde. Hij koos voor nederigheid en overgave. Zijn weg laat zien dat heel worden geen individueel project is, maar een weg van verbondenheid met God en de ander, waarin we leren ontvangen en delen. Inkeer en omkeer zijn hierin sleutelwoorden. Inkeer betekent eerlijk naar jezelf kijken: waar ben ik de verbinding met God of met anderen kwijtgeraakt? Waar ben ik te druk geweest met eigen zorgen en verlangens? Omkeer betekent een bewuste keuze maken: Wat kan ik veranderen om dichter bij Gods liefde en gerechtigheid te leven?

Heel worden in een gebroken wereld
Wie om zich heen kijkt, ziet een wereld die snakt naar heling: denk aan de oorlogen in Oekraïne en het Midden-Oosten, aan armoede en eenzaamheid. De Veertigdagentijd roept ons op om niet weg te kijken, maar ons hart te openen. Dat begint bij de erkenning dat wij zelf ook gebroken mensen zijn. Gods koninkrijk is geen verre toekomst, maar breekt nu al door in kleine daden van liefde en recht. Stap voor stap mogen we groeien in geloof, hoop en liefde.

Samen onderweg
De Veertigdagentijd biedt ruimte om als gemeente samen op weg te gaan. Door gebed, vieringen en gezamenlijke activiteiten kunnen we elkaar inspireren en ondersteunen. Door met elkaar in gesprek te gaan over wat het lijden, sterven en opstaan van Jezus betekent in ons leven, groeien we samen toe naar Pasen.

>> Leestip: Het bezinningsboek ‘Aan tafel met Jezus’ (onder redactie van ds. René de Reuver) beschrijft zeven ontmoetingen met Jezus. Het is geschikt voor persoonlijke lezing, voor bespreking in een groep, of om te lezen in vieringen of vergaderingen.

ds. René de Reuver

Bron: https://protestantsekerk.nl/nieuws/veertigdagentijd-samen-toeleven-naar-pasen/

3 oktober 2024: De kerk spreekt

Ongeveer 1300 predikanten en andere christelijke leiders tekenden vorig najaar een verklaring van Micha Nederland dat een christelijke levensovertuiging en extreemrechts denken niet samengaan. De steun kwam uit alle hoeken: vanuit protestantse kerken en vanuit de Rooms-Katholiek kerk, van migrantenkerken en van het Leger des Heils.

Onder andere tegen de PVV werd stelling genomen. Als voorbeelden noemt de verklaring ideeën over eigen volk eerst, migranten tot zondebok maken, en moslims tot tweederangs burgers degraderen. Dat verdraagt zich niet met Gods liefde voor alle mensen. Wij/zij-denken en hoger/lager-denken staan haaks op het evangelie, zo stelt de verklaring.

Ik kan niet anders dan instemmen. Van Jezus horen wij over barmhartigheid, gastvrij zijn en mededogen. Uit de verhalen over hem weten wij ook dat dat telkens opnieuw bevochten moet worden. En dat hij dat ook deed. Onvermoeibaar. En zonder compromis.

Toch was er vorige maand ook een ander geluid, zelfs uit tamelijk onverdachte hoek. Bij monde van algemeen secretaris Coen Wessel liet de Raad van Kerken weten minder te zien in dit soort verklaringen. Zo was hij over de wijze waarop Duitse bisschoppen zich uitspraken over de AfD niet bepaald enthousiast. ‘Als je je zo stellig uitlaat, sla je het gesprek dood.’

Als ik eerlijk ben kan ik niet anders dan ook daarmee instemmen. Met gespierde verklaringen die bijkans bezwijken onder het hoge morele gelijk bereik je dikwijls het tegenovergestelde van wat je bedoelt. Je zet mensen niet aan het denken, je roept eerder weerstand op.

Laten we niet denken dat Nederland opeens een land vol racisten is geworden. Wie spreekt met mensen die extreemrechts stemden, ontdekt al gauw dat zij zorgen hebben over de draagkracht van Nederland. Over de landbouw en de zorg, over woningen en hun kinderen. Wil je hen bereiken, dan helpt luisteren volgens mij beter dan verklaringen afleggen.

Dat betekent natuurlijk niet dat wat extreemrechtse partijen beweren onweersproken moet blijven. Integendeel, het is mijn overtuiging dat de kerk moet spreken. En zelfs dat de kerk profetisch moet spreken. Maar niet door mensen te vertellen wat zij niet mogen zeggen.

Veel mooier is het als de kerk het goede voorbeeld geeft. Niet zeggen wat niet mag, maar hoe het beter kan. De Micha-verklaring zegt dat alle mensen door God gewild, gekend en geliefd zijn. Prachtig, zo is het. Als we als kerken dat nou eens blijven uitdragen, en het kwade overwinnen door het goede. Onvermoeibaar. En zonder compromis.

Bron: PKN, classis Noord Holland,  ds. Peter Verhoeff.